Mijn visie op onderzoek

Onderzoek stelt onderwijs in staat om mee te bewegen met de tijd

Zonder onderzoek
geen onderwijs

Onderwijs en de maatschappij zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. We leren kinderen vandaag datgene waarvan we vinden dat de maatschappij dit morgen nodig heeft. Omdat onderwijsonderzoek afhankelijk is van mensen, instituten en maatschappij die zelf in beweging zijn en veranderende visies hebben, is onderzoek zelf onderdeel van deze beweging (Akkerman, 2021). Daarnaast wordt onderwijs beïnvloed door pedagogiek, sociologie, psychologie, economie en onze eigen anekdotische ervaringen (Bokhove, 2019). Om hierin een balans te vinden die voor iedere school afzonderlijk werkt is onderwijsonderzoek binnen het eigen instituut van groot belang.

Impact

Biesta (2019) geeft aan dat er twee belangrijke ontwikkelingen zijn op het gebied van onderwijsonderzoek. Ten eerste het onderzoek zoals dit door universiteiten wordt uitgevoerd waarbij het veelal gaat om de vraag welk onderzoek impact maakt op het onderwijs. Ten tweede is er een ontwikkeling gaande waarbij meer gekeken wordt naar waar het onderzoek plaatsvindt en door wie. In dit geval gaat het om onderzoek wat binnen instituten wordt uitgevoerd door onderzoekers die bij deze instituten horen. Ook Akkerman et al. (2021) geeft aan dat onderwijsonderzoek te veel wordt afgerekend op resultaat en impact terwijl het zelfs kan zijn dat een resultaat misschien een omstreden impact heeft. Zij stellen dat het een ethische plicht is als onderzoeker om ook onderzoek te doen wanneer het nog niet duidelijk is hoeveel impact dat onderzoek zal hebben. Daarnaast geeft Bokhove (2019) aan dat het verstandig is om geen overhaaste conclusies te trekken en te stellen dat een bepaalde oorzaak automatisch een bepaald resultaat tot gevolg heeft. In onderwijs kan het heel goed zijn dat fenomenen elkaar beïnvloeden. Zomaar onderwijsonderzoek alleen maar door speciale onderzoeksinstellingen en universiteiten laten uitvoeren, betekent dan niet dat dit automatisch het ‘goede antwoord’ oplevert.

Context

Als teacher leader sta je midden in je eigen werkveld, je kijkt naar wetenschappelijk onderzoek maar onderzoekt of en hoe dit toe te passen is binnen jouw eigen instituut. Wat werkt er en, misschien nog belangrijker, voor wie werkt dit (Biesta, 2019).  Als teacher leader dicht je als het ware het gat tussen theorie en praktijk. Wat hierbij belangrijk is, is je te realiseren dat je in een bepaalde context werkt. Volgens Akkerman et al. (2021) heeft veldonderzoek tot gevolg dat je als onderzoeker het onderzoek beïnvloed. Ze vinden dit echter geen probleem. Sterker nog ze geven aan dat je juist niet neutraal hoort te zijn. Je moet kijken naar de context waarbinnen je onderzoek doet en rekening houden met de mensen waar je mee te maken hebt. Deze mensen brengen hun eigen wensen, ideeën en filosofieën mee in het onderzoek. Wanneer je dat zou negeren vanuit het oogpunt van objectiviteit dan negeer je niet alleen de mensen met wie je werkt maar kun je ook belangrijke informatie missen. Akkerman et al. (2021) geven aan dat het daarom als onderzoeker belangrijk is om af en toe tijdens je onderzoek te controleren of dat wat er op dat moment onderzocht wordt van belang is voor de betrokken mensen en wat de impact van je onderzoek voor de toekomst van deze mensen is. Dit noemen ze ontologische synchronisatie. Een check-up met de werkelijkheid als het ware.

Omdat je als teacher leader werkt in het instituut waar je je onderzoek doet, weet je als geen ander welke zaken als vanzelfsprekend worden gezien maar wellicht toch kritisch onder de loep genomen mogen worden. Het mag dan weliswaar lijken alsof je op die manier met onderwijsonderzoek problemen creëert maar in feite legt een onderzoek dan een probleem bloot wat er al was (Biesta, 2019).

Mijn rol

Hargreaves & Fullan (2013) onderscheiden drie loopfasen voor docenten. Ik bevind mij, met mijn 21 jaar ervaring, bijna in fase drie. Ben ik dan uitgespeeld? Zeker niet! Ik hoop mij voorlopig nog bij de ‘vernieuwenden’ te kunnen scharen. Ondanks dat het institutionele frame van het onderwijs sterk beïnvloed wordt door externe organisaties (Ruijters, 2019), heb ik bij het GLR het gevoel dat er ruimte is voor eigen inbreng en initiatieven. Ik wil binnen mijn organisatie het voortouw nemen bij verbeteringen en dit wil ik doen door:

=

mijn netwerk buiten de school te verbreden

=

bij andere scholen van hun best practices te leren

=

het voortouw te nemen bij het implementeren van formatief evalueren

=

de kartrekker te zijn van het project warme doorstroom binnen onze school

=

walking around, being there

Bronnen

Akkerman, S., Bakker, A. & Penuel, W. (2021). Relevance of Educational Research: An Ontological Conceptualization, Educational Researcher 50 (6), p. 416–424. https://10.3102/0013189X211028239

Biesta, G., Filippakou, O., Wainwright, E. & Aldridge, D. (2019). Why educational research should not just solve problems, but should cause them as well. British Educational Research Journal 45(1), p. 1-4. https://10.1002/berj.3509

BokhoveC. (201917 juni). Alles wat je moet weten over onderwijsonderzoekDidactief online. Geraadpleegd op 11 02 2024, van https://didactiefonline.nl/artikel/alles-wat-je-moet-weten-over-onderwijsonderzoek

Hargreaves, A., & Fullan, M. (2013). The power of professional capital. JSD 34(3), p36-39. https://learningforward.org/wp-content/uploads/2013/06/june-2013-issue.pdf

Ruijters, M. C. P., Van Luin, G. E. A., & Wortelboer, F. Q. C. (2019). Mijn binnenste buiten: Werken aan je professionele identiteit. Management Impact.